HistorieMáximapark

Tuinbouw

Het gebied rond Vleuten en De Meern was van oudsher agrarisch en kent tot de tweede helft van de twintigste eeuw nauwelijks industrie. Een grote stimulans voor de ontwikkeling van de Vleutense tuinbouw is de komst van tal van kwekers uit het Westland, die door de stadsuitbreiding van Den Haag moeten wijken aan het begin van de 20e eeuw.

Aangemoedigd door de redelijke grondprijzen starten zij vooral langs de Alendorperweg, ‘t Zand en de Utrechtseweg bedrijven die op Westlandse leest zijn geschoeid. Dat wil zeggen: zij kweken groente en fruit onder glas. Alendorp en ‘t Zand zijn ideale locaties omdat hier oude vletsloten liggen, die nu gebruikt kunnen worden voor de afvoer van de tuinbouwproducten.

In 1904 verschijnt de eerste kas. Later zullen er nog veel meer volgen. Tot het begin van de 21e eeuw waren er tussen de 70 en 125 tuinbouwbedrijven gevestigd, die bijna allemaal plaats hebben moeten maken voor de Vinex nieuwbouw. (grote foto Alendorperweg rond 1990) 
Enkele stille getuigenissen zijn er nog, zoals de enkele bewaarde schoorstenen van de verwarmingsinstalaties voor de kassen of de zeer vruchtbare grond in het Máximapark, waardoor alle aanplant er extra goed groeit. Helaas heeft de grote en ooit belangrijke veiling in ’t Zand geen herbestemming gekregen.

Gegevens
Adressen: Alendorperweg, Johaniserpad, Westlandsetuinlanden. 

Bron: Van Vicus tot Vinex

Schoorsteen in ’t Zand